2020 Op binnenlandse wateren

Al vrij snel na het uitbreken van de Corona epidemie in Nederland
besluiten we niet zeilend naar het buitenland te gaan. We beleven het voorjaar rond het huis anders, ook omdat Bellefeur deze winter in het water is gebleven. We waren van plan het schip op de wal onder handen te nemen, maar zien daarvan af.

Op zondag 5 april verlaten we jachthaven Aeolus aan het IJ in Amsterdam. We gaan op weg naar Makkum. Het eerste deel van de tocht op het Buiten IJ gaat op de motor. Daarna met prima ZO wind langs het Paard van Marken, de sluis bij Enkhuizen naar Stavoren. Daar liggen we gratis in de Oude Haven. De kunstwerken van Stavoren koesteren zich in de avond zon.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is paard-van-marken-rotated.jpg
Paard van Marken
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is vrouwtje-van-stavoren-1-rotated.jpg
Vrouwtje van Stavoren,
de maan omarmend
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is visfontein1-rotated.jpg
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is visfontein3-rotated.jpg
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is visfontein2-rotated.jpg
Impressies 5 april

Op maandag 6 april zetten we de grote Genua te loevert tot aan de MA3 en meren al rond elf uur af in onze vertrouwde box 16 bij Seabell.

Op 24 april maken we een korte proefvaart, even het IJsselmeer op voor het testen van de nieuwe generatie Raymarine displays. Hans heeft het bedradingsschema van de apparatuur van drie generaties weten te vereenvoudigen. Door minder loops zullen de signalen niet meer vastlopen, is de opzet. Het vastlopen werd steeds hinderlijker en frequenter. Het realiseren van dit alles kostte een paar dagen, en …. het werkt!

Op Hemelvaartsdag 21 mei willen we naar Medemblik zeilen. De wind blaast uit een andere hoek als verwacht. Om vier uur liggen we na opkruisen voor Stavoren te dobberen. We besluiten daar af te meren in de buiten Marina. Hans zet de romp in de was vanuit het bijbootje, twee dagen hard werken. Willemien neemt de stootlijst en de voetlijst onderhanden en poetst boven de stootlijst en delen van de opbouw. Al met al ziet Bellefleur er op zaterdag aan het eind van de dag weer aardig uit. En het is ongelooflijk: nu 24 jaar oud krijgt ze nog steeds complimenten! Zo laten we haar op zondag 24 mei weer achter in Makkum.

Vrijdag voor Pinksteren 29 mei halen we Lasse op. Hij werpt na aankomst bij Seabell meteen de hengel uit maar gaat al gauw spelen met de werfhond Charly. Daarna zwemt hij lekker en oefent het duiken vanaf het schip. Helaas kunnen we niet naar Vlieland: weinig ligplaatsen beschikbaar door Corona en die zijn al bezet! We varen op zaterdag over het IJsselmeer naar Den Oever en na het schutten direct door naar Den Helder. Gelukkig zijn daar ook krabben. Jammer genoeg zijn er pas later op avond jongeren die ook krabben willen vangen. Dan wordt het pas echt leuk. De wandeling om nog meer en beter marine schepen te zien levert weinig op; we zagen ze bij het binnenvaren al zo goed als mogelijk was! Op zondag varen we alweer terug naar Makkum, het tij is zo dat we dat op maandag niet tijdig redden. Bij Oudeschild neemt Lasse het roer. Hij blijft roerganger tot aan Kornwerderzand. We kruisen op en hebben de taken goed verdeeld!

De gevaren route in het pinksterweekend. Let vooral op het patroon in de paarse lijn bij waypoint 25 boven de Afsluitdijk

Lasse meldt het succes trots aan Jakob en Ingebrit. Overleg levert op dat we maandag gaan wandelen in de koele bossen van de Kroondomeinen bij Apeldoorn. We spotten meerdere edelherten en wilde zwijnen, ook met jongen! Een gevarieerd leuk weekend!

Trip Makkum – Vlieland – Texel – IJmuiden – Marker Wadden – Makkum

Er is even een tijdelijke onderbreking van Hans’ tijdrovende beslommeringen rond het vliegveld gronddepot. Dat stelt ons in de gelegenheid twee weken aan boord te gaan.

Op vrijdag 19 juni varen we naar Vlieland en vinden er een box! We verbazen ons over de bezetting: geen halve bezetting, gewoon schip naast schip. Alleen de kom is vrijwel leeg. De charters varen nog maar heel beperkt. In het toiletgebouw wasbakken en toiletten om en om in gebruik. Bij Hylke en Nel drinken we aan boord van Swanta thee, water en bier. Het is zelfs op de Wadden erg warm!

De volgende dag fietsen we naar de Nieuwe en de Oude eendenkooi. Prachtige stukjes natuur waar je heerlijk kunt wandelen. We zien in een weiland langs de Postweg even ten westen van het Pad van Dertig orchideeën. Voor ons een nieuwe locatie. Op de bekende plek vlakbij het Posthuys staan deze keer ook welriekende nachtorchissen. We vieren de zomer en de versoepeling van de Corona regels met een cranberry sorbet bij het Posthuys. Ze hebben de zaak keurig georganiseerd. We genieten! Op zondag lopen we door het bos tot voorbij het Badhotel. Langs het strand weer terug. Het is strandweer met stevige wind, wij nemen geen duik.

Maandag aan het eind van de morgen verlaten we de haven van Vlieland en gaan via de Noordzee naar Oudeschild. We stuurden een e-mail over onze komst naar de jachthaven en ontvingen een antwoord: welkom, melden op marifoon 12 en een vrije box zoeken op steiger D. In het zeegat bij Vlieland maken we een paar slagen, daarna is de koers bezeild. Bij de Vliehors wordt druk geoefend mat straaljagers, we denken F35’s. Een paar duiken net achter ons laag over het water en kantelen dan met een bocht weg. Het zijn vier straaljagers die twee aan twee oefenen en steeds na een rondje Vlieland de truc herhalen. Hans filmt en er zal een filmpje naar Lasse gaan!

Vaststelling type straaljager volgt later.

Het Molengat is bebakend met gele tonnen. Het water is vlak en we zeilen goed door het ondiepe vaarwater. Op de Noorderhaaks zien we honderden zeehonden liggen. Het strand langs de zuidkust van Texel is breed. Na de ZO punt van het eiland kolkt het water zo dat het de oppervlakte glad trekt. Op de rand van de kolken zien we een bruinvis vissen. We spoelen naar de haven van Oudeschild. Het is tegen 19 uur als we afmeren. Een mooie vaardag!

Op dinsdag fietsen we naar de Slufter.

Binnendijks vlak bij de haven

Bij de hoofdingang is het erg druk, we kiezen ervoor de noordelijke ingang van het gebied te nemen. Eerst moet je dan een wandelpad langs de duinen naar het zuiden volgen omdat het aangrenzende deel beschermd is. Daar is een afwisselend krekenlandschap. Mooie bloeiende ezelsoor.

Slufter

Op de terugweg krijgt Hans een lekke band. De plaksel kan het probleem niet oplossen. Hans gaat met zijn fiets lopen richting de Koog, op 2 km afstand. Ik fiets er heen om alvast een fietsenmaker te vinden voor aanschaf van een nieuwe binnenband. Als ik die gevonden heb belt Hans waar ik ben. Een vriendelijke Duitser pikt hem op om hem met fiets en al een lift per auto te geven! Net als ik de band in bezit heb, arriveert hij al. Meteen aan de slag en met succes. Dan vervolgen we de tocht naar Oudeschild. Wat is Texel mooi, een geweldige variatie aan landschappelijke beelden. Met ingredienten voor een maaltijd stappen we aan boord.

Op woensdag fietsen we zuidwaarts langs de dijk. We verbazen ons over de duinen die aan de Waddenzee kant zijn aangelegd. We fietsen om de Mokbaai heen en lopen langs de Horspolders (een meertje!) naar het brede zuidelijke strand. In de duinen treffen een enkel gebiedjes aan met drie soorten orchideeën!

Moeraswespenorchis

Op het strand is een gebied afgezet voor broedende scholeksters en mogelijk andere vogelsoorten. Een goede invulling van alweer een hete dag.

Vreemde vogel bij het afgezette broedgebied

De volgende dag zoeken we verkoeling op het water. We varen met stroom mee de hele route naar IJmuiden. De wind is oostelijk, alles is goed tot net bezeild. We gaan vrij dicht langs de kust en laten de bebakende geul aan stuurboord. Dat kan met het rustige water prima. In het windmolenpark bij Egmond aan Zee staan veel molens stil. Overmaat aan zonne-energie? Ook deze dag schijnt de zon volop, geen bewolking en het is zeer warm in de haven. We nodigen Toon en Rieneke uit voor de koffie de volgende morgen.

Gezellig bijgepraat. Komende zondag stappen ze aan boord van een gehuurd waarscheepje! Een teken dat het goed met hen gaat. We besluiten naar Amsterdam te varen en daar af te meren bij de ons bekende Aeolus jachthaven. Daar kunnen we gemakkelijk boodschappen doen voor de nog komende dagen. Helaas kan het zeil weinig bijdragen aan onze voortstuwing, de wind is nog steeds oostelijk. Later op de avond draait de wind, is er bewolking en regent het wat.

Op zaterdag passeren we de Oranjesluis en de Schellingwouderbrug en hijsen het grootzeil met een rif, zetten de kleine genua. Op weg naar de Marker Wadden. In de haven is plenty ruimte. We wandelen een korte route. Wat een vogels, op het water en in de rietkragen. In juni zijn er ongeveer 40 soorten waargenomen! Foto’s tonen hoe mooi het er is. Voor ons is dit al het derde jaar dat we er komen. Verrassend snelle ontwikkelingen. Het is een aanrader te gaan kijken op http://www.natuurmonumenten.nl/Markerwadden !

Zonsondergang vanuit vogelkijkhut Aalscholver
Foeragerende kluten en grutto’s
Grutto
Tureluur
Klif aan de westzijde met grindlaagjes en waarschijnlijk oeverzwaluwnesten
Landschap

Op onze lange wandeling zondagmorgen komen we niemand tegen. We regenen nat maar drogen ook weer snel in de zon. De wind is soms 7! Vooral de kluten boeien ons op diverse plekken. Prachtig zoals ze in ondiep water foerageren. Na twee en een half uur zijn we terug. Op de fok zeilen we naar De Houtribhaven en zien daar Brechje, de zeilboot van Ernst en Cees, een mooie kleine open Saffier.

Op dinsdag gaan we vroeg vertrekken om de windkracht 7 voor te blijven. Dat lukt: op de kleine genua bereiken we al voor een uur onze thuishaven. We gaan pas donderdag naar Enschede, de familiebezoeken op woensdag bevatten geen zeilinformatie.

Trip Makkum-Zeeland en terug

Op woensdag 22 juli stappen we aan boord met flinke voorraad levensmiddelen. Zit het er deze keer in om naar Lauwersoog te zeilen en van daar uit een uitstapje naar Eenrum te maken? De lange termijnvoorspellingen doen ons besluiten het niet te doen. Meer dan een week lang westenwind: gemakkelijk er naar toe maar lastig terug. De afstand Lauwersoog – Vlieland is 70 mijl en een flink deel daarvan opkruisen, dat trekt ons niet aan. Aan het eind van de dag heeft Hans alle aansluitingen van de nieuwe apparatuur voor elkaar, snel afgerond! 

Donderdag per auto naar Eenrum, goed Roeli een bezoek te brengen. 

Avondwandeling Zuidwaard Makkum: aalscholvers, zilverreigers en lepelaars

Vrijdag gaan de trossen los. Op Texel zien we op de website dat er ruimte in de haven is. We kruisen op en maken mooie slagen met de stroom mee. Achter ons lijkt een boot ons eerst in te halen maar later lopen wij weer uit. De bemanning van die boot zoekt ons later op: ze hadden ons willen lappen maar het was niet gelukt ook omdat wij de geulen met flinke stroom hadden gekozen. Er is volop ruimte in de haven. 

Zaterdag wandelen we ca. 15 km in de omgeving van de haven. Het aantal vogels bij het Ottersaat (beheerd door Natuurmonumenten) is lang niet zo groot als in het voorjaar. Ten noorden van de plasjes ontdekken we een vogelhut waar je over een prachtig gebied uitkijkt. Daar zal het in het broedseizoen veel te ontdekken zijn. Verderop spotten we een kiekendief, meerdere keren.

Bloeiende berm met Phacelia, de paarse bloem

Bij de eendenkooi Spang geven vrijwilligers van Natuurmonumenten uitleg over het werk van de kooiker, de kooikershond en de structuur van de eendenkooi. We treffen een goed verteller.

De structuur van de eendenkooi. De gasten bekijken de bijzondere vegetatie.
Zeldzaam: roze winterpostelein. Een van de voorbeelden van de bijzondere biodiversiteit in eendenkooien.
Tjaskermolen bij Eendenkooi Spang
Huisje van de kooiker met koeienstal

Zondag vertrekken we rond het middaguur naar Den Oever. De wind is vrij krachtig uit het ZW en dat is niet aantrekkelijk voor een tocht naar IJmuiden. Het is wel een super wind om van Den Oever naar Enkhuizen te varen. Door ook nog eens mazzel met snel schutten meren we al om half vijf af, afgelegde afstand 30,5 zeemijlen. Prachtige wolkenluchten onderweg. 

De volgende dag gaan we na de koffie zuidwaarts richting Amsterdam. Alweer mazzel bij het schutten: de sluisdeuren gaan op het juiste moment voor ons open. Van de 8 boten in de sluis gaan twee echt zeilen: een bruine vloot schip en wij. De rest gaat op de motor tegen de wind in. We komen bij de tweede slag uit bij de Markerwadden en halen vervolgens in een keer het Paard van Marken en de ton waar we de vaargeul naar Amsterdam moeten volgen. We realiseren ons dat de Schellingwouderbrug tussen 16 en 18 uur niet bediend wordt. We halen nog net de opening tegen 16 uur. Alweer mazzel. We meren af bij Aeolus, er is nog een plekje langs de gastensteiger.

Met een nieuwe voorraad proviand stomen we op dinsdag naar IJmuiden. Treffen in de haven ons vorige schip Wallebak. Eigenaar Cock is na 24 jaar nog steeds trots op zijn schip. Helaas is zijn vrouw vorig jaar aan kanker overleden; hij mist haar zeer. In de avond maken we een lange strandwandeling. De vele kite surfers voor een wolkenlucht met doorbrekende zonnestralen zorgen voor een prachtig schouwspel.

prima wind voor kitesurfen
Op het strand stapels scheermessen
Wat een patronen in een plaatje

Met stroom mee de volgende middag naar Scheveningen. Een vlotte tocht zonder bijzonderheden. Bij het binnenvaren moet je je melden op de marifoon. Bij de derde haven ligt de bark Europa aan de kade. Op dit schip beleefden we drie zeer bijzondere weken varend naar en bij Antarctica vanaf Ushuaia (Vuurland, Argentinie).

De bark Europa

Geen belemmeringen: we mogen doorvaren naar de jachthaven. De kom voor passanten vult al aardig. We meren af op een ander schip van onze lengte en al gauw hebben we aan de andere kant ook buren. We hebben onderweg gegeten en zijn nog zo vroeg dat we Jan en Joke uitnodigen om aan boord wat te komen drinken. Ze zijn thuis en stappen vrijwel meteen op de fiets naar ons toe. Erg leuke ontmoeting!

Ook de volgende dag is het gezien de stroom naar het zuiden weer in de middag varen. De wind laat het nogal afweten. Delen moeten we op de motor doen. Bij de sluis van Stellendam vraagt een dame of we van vers gebakken makrelen houden. Ze heeft veel vissen van een visser gekregen. Ze legde ze allemaal op de barbecue en probeert ze aan de man te brengen. Ze kan ze vanaf de steiger net aan ons overhandigen. Ze smaken lekker. Met makreelsmaak in de mond worden we geschut en varen op de motor door naar Hellevoetsluis. Op het Haringvliet zijn veel ankerboeien; die worden gretig benut, we zien geen vrije meer. Aan de westelijke kade in het kanaal naar de brug in Hellevoetsluis is nog net een plaatsje voor ons vrij. We meren in de schemering af en drinken op de alweer zomerse avond een pilsje. Een jong stel op de kade begint een gesprek over Sentijns. Wat hadden ze er graag een willen hebben. Ze werken nu aan het opknappen van een kleiner jacht.

Vrijdag 31 juli is er meer wind en die komt uit het oosten. We kruisen langs de zuidzijde van Tiengemeten en denken terug aan de mooie familiedag daar in 2016. Met motor bij halen we de opening van 12 uur van de Haringvlietbrug en meren af in de haven van Numansdorp. Jakob komt Lasse brengen en met zijn vieren zeilen we die middag op het Hollands Diep. Het is flink warm en vlak voor de haven gaat Lasse lekker zwemmen. Na happy hour en de rituele pastamaaltijd (deze keer met een ijsje van de havenmeester als dessert) zwaaien we Jakob uit.

Met boodschappen van de supermarkt in het dorp twee kilometer verderop (met een leenfiets van de havenmeester gemakkelijk te doen) gaan we schutten in de Volkeraksluis. We kunnen zo de sluis in. Makkelijk met een extra matroos aan boord. De wind is nu ZW en het is opkruisen naar onze bestemming Zierikzee. Dat is goed in de richting van de zee; Lasse’s grote wens: snel naar zee. Ook bij de Krammersluis worden we vlot geschut. Voor de opening van de Zeelandbrug moeten we wachten. Om half zes komt er geen opening. De jachthaven aan het kanaal naar Zierikzee heeft geen plaatsen meer beschikbaar. We belanden als zesde schip in een pakket in de gemeentelijke haven bij de oude stadskern. In de avond een wandeling met Lasse maar die start slecht omdat hij gemeen zijn scheenbeen stoot bij het afstappen van de laatste boot naar de steiger. Het wordt een hele korte wandeling.

Zierikzee

Weer aan boord klaagt hij over keelpijn en gaat hoesten. We proberen het met paracetamol te sussen maar slagen daar niet in. Onrustige nacht.

De volgende morgen overleggen we met Jakob wat te doen. Lasse heeft wat verhoging, heeft keelpijn, hoest en is misselijk. Conclusie kan alleen maar zijn dat er een coronatest moet plaatsvinden. We maken een afspraak in Ede om 14 uur en Jakob komt Lasse halen. Hij is die hele dag flink ziek. Wij zeilen naar Marina Roompot en mijden contact met anderen.

Lasse knapt de volgende dag snel op en de test toont aan dat er geen corona is. Wij zijn voor we deze informatie krijgen richting St. Annaland gevaren in de stromende regen. Zonder gast aan boord lijkt het ons goed weer richting Makkum te gaan, met zo mogelijk een bezoek aan vriend Mart. Als we de havenhoofden zijn gepasseerd vragen we per marifoon een ligplaats. We krijgen de mededeling dat die er niet meer zijn. Het advies is buiten te ankeren of naar een andere haven te varen. We keren terug maar op het vaarwater komt de hevenmeester ons met zijn zodiac ophalen: ik zorg toch voor een ligplaats. Hij gaat ons voor en helpt afmeren. Dan blijkt dat hij Sentijns prachtige schepen vindt. Hij heeft geboden op het schip van Rokus maar het verschil tussen bied- en vraagprijs bleek niet overbrugbaar. Hij had het schip zelf willen opknappen. Graag neemt hij de uitnodiging aan binnen te kijken. Hij vertelt uitgebreid hoe hij het schip zou indelen en gebruiken. Nu nog zijn partner overreden (zij gaf ons in eerste instantie geen ligplaats). In de avond maken we een wandeling over de dijk naar het oosten langs de Krabbenkreek en door het dorp. We lezen bij het kunstwerk over de meekrapteelt in het verleden.

Mooie trapgevel in het dorp
het kunstwerk ter ere van de meekrapteelt in het verleden.

Dinsdagmorgen brengt Jakob Lasse weer aan boord. Hij heeft nog steeds dezelfde wens: snel naar zee. Maar vanwege het getij varen we niet zo ver. Op een zandbank bij de Krabbenkreek zien we vijf zeehonden liggen.

Vijf zeehonden bij de Krabbenkreek nabij St Annaland

Later telt Lasse op een bank met de toepasselijke naam Zeehondenbank in Oosterschelde 86 zeehonden.

Hier …. vele tientallen!

Prachtig. We meren af in de haven van Wemeldinge. We krijgen een box in de westelijke kom waar je door een oud openstaand sluiscomplex naar toe vaart. Voetgangers kunnen een bruggetje erover zelf bedienen. Het is erg warm in de haven. We doen het heel rustig aan.

De volgende dag willen we naar Breskens varen. Vanwege het tij op de Westerschelde moeten we heel vroeg in de morgen al vertrekken, geplande tijd 5 uur. Door oorpijn slaapt Lasse slecht. Het lijkt ons beter maar uit te slapen en pas in de middag te gaan varen. We varen rond 1 uur de haven uit en het kanaal door Zuid-Beveland in. De borden verontrusten ons: het lijkt net alsof ze de bruggen alleen maar voor beroepsvaart openen. Maar dat valt allemaal mee. De marifoonoproepen worden vlot beantwoord en de bruggen dito bediend. Ook bij de spoorbrug hoeven we nauwelijks te wachten. In de sluis bij Hansweert worden we geschut met een groot vrachtschip en twee andere pleziervaartuigen. De tocht door het kanaal verloopt sneller dan verwacht en daardoor hebben we geruime tijd op de Westerschelde de stroom tegen. In het eerste deel ook nog opkruisen en dan schiet het niet hard op.

We vertellen Lasse natuurlijk het verhaal van onze stranding met Bellefleur op een zandplaat ten ZW van Hansweert. Een spannend avontuur dat goed afliep!

Als de vorderingen per slag erg klein worden ter hoogte van Hoedekenskerke starten we de motor en rollen de genua in. Ruim voor Borssele trekt de wind aan en zijn de slagen langer. Lasse wijst op het strandje waar hij met Jakob haaientanden vond. Hij bewaart de tanden als grote schatten. We strijken voor de haven van Breskens en kijken in de haven onze ogen uit: een hele grote jachthaven met enorme jachten. We meren af aan de gastensteiger. Even verderop ligt een jacht van 32 meter lang. Gloednieuw, nog zonder mast. Na een extra happy hour duiken we ons bed in. Overdag klaagt Lasse nauwelijks over zijn oor.

De volgende dag besteden we op het strand en aan zwemmen. Bij het strand westelijk van de havens is de bodem flink slikkig en het water troebel. Het is lekkerder zwemmen vanaf een smal standje bij de invaart naar de visserij haven.

Op de achtergrond het superjacht met zijn net geplaatste mast

Het water komt er snel opzetten om drie uur en dan gaan we weer aan boord. Daar houdt Lasse de wacht. Hans en ik gaan boodschappen doen voor de komende dagen. Heftig transpirerend keren we terug. Weer een hete dag. Gelukkig zijn er goede douches.

Vrijdag vertrekken we om 7 uur. We steken over naar Vlissingen en varen langs de kust van Walcheren, met onder andere de bekende stranden van Zoutelande. Ze zijn druk bezig de stranden klaar te maken voor weer een uitstekende stranddag. De wind laat het afweten als we noordelijk van Walcheren zijn. De motor moet ons helpen om bij de Roompotsluis te komen. We ankeren een mijl ten oosten van de Marina Roompot en zwemmen terwijl het water lekker langs ons stroomt. We genieten van het heldere water van de Oosterschelde.

Aan het eind van de middag zoeken we een ligplaats in de Marina. Na het eten halen we een lekker soft ijsje. Daarna pompen Lasse en Hans de bijboot op. Gelukkig start het motortje vlot en kan de haven verkend worden. Met z’n drieën in het bootje zien we prachtige avondluchten net buiten de haven.

Het warme weer houdt aan. Zaterdag een rustige dag. We willen het ankerplaatsje van gisteren weer innemen. Maar de ankerlier vertikt het. Dan maar dobberend met de stroom richting Zeelandbrug, onderweg spelen we in het water. Uiteraard wel steeds een bemanningslid aan boord. We meren aan het eind van de middag af in de jachthaven van Colijnsplaat. Lasse verzorgt na het eten rondvaarten met de bijboot door de haven. Uit het wier bij de steigers vissen we kleine krabbetjes, garnalen, op hun zij zwemmende beestjes (zilverschoon?) en andere niet met name te duiden diertjes. Alweer tijd om te gaan slapen.

Zondagmorgen varen we met meerdere zwempartijen terug naar Marina Roompot. Daar zullen Jakob, Ingebrit en June ook aan boord stappen. Ze nemen een heerlijke lunch mee. Die verorberen we varend. Op het water is het veel prettiger dan in de haven. We spotten eenmaal twee en eenmaal een bruinvis. Ieder duikt op zijn/haar tijd het water in. Jakob verhaalt over het mountainbiken, Ingebrit en June over de geweldige reis naar IJsland. Heerlijk hen te spreken. Om vijf uur zijn we terug in de haven en zwaaien we allen, ook Lasse, uit bij de auto. Wat is het dan stil aan boord. Na het eten pakken we de bijboot weer in.

Maandagmorgen rinkelt de wekker om 5 uur. Vlot in de kleren en de haven uit. We moeten voor zes uur geschut worden, anders kunnen we niet meer onder de vaste brug door (opkomend water). Na ons varen nog zes andere jachten de sluiskolk binnen. Dat duurt geruime tijd maar dan liggen wij al voor in de sluis voorbij de brug. We kwamen er prima onderdoor. Eerst is er goede zeilwind. Later wisselen zeilen en motor varen elkaar af. Het beoogde dutje van Willemien wordt een diepe slaap van drie uur. Het oversteken van de Maasmond gaat aan haar voorbij. Op de ankerplaatsen ten zuiden van de vaarweg liggen heel veel schepen. Het laat zien dat de economie op lage toeren draait.

op de rede wachten op betere tijden ……

Vlak voor Scheveningen ontdekken we een scheur langs het achterlijk van de genua. Het zeil heeft waarschijnlijk te veel geschavield langs de onderste scepter. We rollen het zeil direct in om verdere schade te beperken. Is er wel wind, hebben wij geen voorzeil meer…… We meren af in de derde haven; de jachthaven is vol. Hans krijgt complimenten van opvarenden rondom voor het aanleggen op een krap bemeten plaats. Nog maar net in de haven stapt Jeike aan boord. Ondanks de hitte oogt ze fris als een hoentje. Na het eten wisselt ze samen met Hans het voorzeil; de rest van de trip moeten we het met de fok doen ongeacht de windsterkte. Willemien doet boodschappen voor de rest van de vakantie.

De voorspellingen voor dinsdag zijn goed. De wind NO-O, in de orde van de 10 knopen. En zo pakt het ook uit.

Roeiboot Western Cape University bij Den Haag. Herinneringen aan Zuid-Afrika borrelen op.

We hebben een prima tocht met Jeike aan het roer van Scheveningen naar Den Helder.

Toelichting overbodig!
Cruiseschepen in afwachting van …..

De snelheid wordt beperkt door ons kleine voorzeil, maar de vaart blijft acceptabel. Bijna alles bezeild, een paar slagen bij de zandbanken bij de vuurtoren Lange Jaap (vuurtoren Kijkduin) en op het Marsdiep. Daar zien we westwaarts kijkend een prachtige zonsondergang boven het zand van de razende Bol en met de verrekijker een groot aantal zeehonden op de zandbanken.

Ondergaande zon boven de Razende Bol vanaf het Marsdiep

In KMYC-haven is nog ruimte voor ons. We genieten met z’n drieën intens van deze mooie dag samen.

Woensdagmorgen vertrekt Jeike naar het station en wij kruisen op naar Makkum. Op een klein deel na doen we het op zeil. Bij de sluis van Kornwerderzand is het druk. Maar bij de eerste opening van brug en sluisdeuren kunnen we toch mee. Bij Seabell blijkt onze plaats bezet, we wijken uit naar de plek van Jinke naast ons. Hans brengt beide voorzeilen naar de Vries sails. Dat lukt mooi voor 17 uur. We ruimen Bellefleur op en blikken terug op drie goede weken op Nederlands vaarwater.

Weekend 4-5-6 september. Het duurt even voor we weer aan boord stappen. Het zeil is gerepareerd. Door werkzaamheden aan de sluis en de brug bij Kornwerderzand gaan we niet naar Vlieland maar naar Medemblik. We meren af in de Westerhaven. Daar heerst een ander regime. De ligplaatsen zijn nu in beheer bij de Gemeente en afrekenen doe je in het kantoor van de brugwachter. Als vanouds een zeer vlotte bediening van de brug. Bij gebruik van marifoon wel van de stand Zee afzetten! Op zaterdag heen en op zondag terug. Een prachtig zeilweekend met mooie wolkenluchten en goede wind. Hans besteedt aandacht aan het ontmantelen van de ankerlier maar mist gereedschap om die klus te klaren. Deze keer alweer een klusje voor de zeilmaker: de buiskap heeft een losse naad en een beschadigd venster.

Op zaterdag 26 september gaan we via Roeli in Zuidhorn naar Makkum. We vergaten een afspraak te maken met de zeilmaker over het terug krijgen van de buiskap. Voor de zekerheid gaan we even langs; inderdaad gesloten. Hans gaat verder met de ankerlier. Onderdeks ziet het er bar en boos uit:

De motor van de lier zwaar gecorrodeerd.

Hans brengt uren op het voordek door, maar slaagt er ondanks studies van de gegevens van de lier niet in de demontage te voltooien. In de nacht waait het windkracht 8 uit het Noorden. Het schommelt lekker.

Ik heb alle tijd “Praktisch warmlopen” het boekje ter gelegenheid van de installatie van Jeike bij Hogeschool Windesheim te lezen. Daar wordt je warmer van dan van het lezen van de Regionale Energietransitie Strategie van Twente. Op de terugweg pikken we Pieter op bij station Zwolle, dineren voor Ernst’ vijftigste verjaardag in Driebergen, langs Arnhem om Pieter en Jaap thuis te brengen en dan naar Enschede. Een bijzonder weekend!

Na een reis van Enschede naar Lelystad per auto en dan met openbaar vervoer naar Makkum (de belbus brengt ons naar onze haven!!) arriveren we ’s avonds laat op Bellefleur. De volgende dag (22 oktober) zeilen we naar Urk. De start bij Makkum is erg onplezierig. De mist wordt in de eerste uren van de morgen steeds dichter. Hans haalt de twee voorzeilen van de zeilmaker, ik doe boodschappen in het dorp. We varen rond 11 uur weg en verwachten dat het op het IJsselmeer mee zal vallen omdat het wel waait. Toch is het zicht ook daar bar slecht. De boeien in de geul niet te zien. Hans loodst me vanachter de kaartentafel naar de juiste plek. We zijn blij als de zon de mist weet te breken rond half een. Met een paar slagen gaan we zuidwaarts. Vanaf de punt van het Vrouwenzand kunnen we Urk mooi bezeilen. We zoeken een box op (ze werken met groene bordjes). De havenmeester zou langs komen maar we hebben haar/hem niet getroffen.

De volgende dag kruisen we op naar Lelystad. De eerste slag tot bijna aan de Ketelbrug, dan langs de dijk naar het ZW. Motregen en af en toe een bui. Vlot met twee vrachtschepen de Houtribsluizen door. We melden ons telefonisch voor de Noordersluis. De deuren zwaaien open als we aankomen. We pakken een glijstang aan bakboord en glijden soepel naar beneden. Bij de werf van Schaap meren we af op een motorboot. We halen de zeilen eraf en laden de Volkswagen vol en rijden naar huis.

Hans gaat de volgende alweer naar Bellefleur. Ze gaat er op maandag 25 oktober als eerste schip uit. Ze is na twee seizoenen weer boven water en het onderwaterschip ziet er toch goed uit.

Bellefleur in de takels voor het schoonspuiten
Bellefleur op de bok

Het onder het dekzeil leggen verloopt verspreid over twee dagen. Bij de eerste dag besteden we te veel tijd aan het schoonmaken van de romp en het verwijderen van pokken. Als we aan het eind van de middag met de dektent bezig zijn wordt het gauw donker en gaat het regenen. We raffelen het provisorisch af en voeren de klus systematisch uit op een andere dag. Nu ligt ze er mooi (maar wel erg dicht op andere schepen) bij. Voor volgende jaren onthouden: dektent aanbrengen kost tenminste vier uren, de babystag blijft zitten, lange lijnen aan de tent achter, beginnen zonder lussen in de lijnen.

In 2020 hebben we 933 mijl gevaren. In totaal hebben we 66 uren de motor laten draaien.

Met spanning kijken we uit naar de mogelijkheden van 2021!

Klaar om achtergelaten te worden.
Winterrust, 6 november 2020

In 2020 hebben we 933 mijl gevaren. In totaal hebben we 66 uren de motor laten draaien.

Met spanning kijken we uit naar de mogelijkheden van 2021!