Bellefleur bleef tijdens de winter in het water bij Seabell in Makkum. We brachten de kussens in een van de laatste ritten met de VW Passat terug. Daarna werd alle ruimte in de elektrische ID3 volledig benut.
Eerste periode aan boord, 27 april tot 6 mei
Koningsdag is het guur. We hebben de kachel nog niet aan de praat, dus dat wordt de eerste klus. Helaas zonder succes. De kachel belandt in de auto. De reparateur in Heerenveen is op zaterdag niet open. Toch gaan we die dag wel die kant op. Bezoeken museum Belvedere en brengen een bezoek aan Roeli. Hij geniet van een rondrit langs de boerderijen.
Op 30 april varen we naar Vlieland. Vroeg op, om zes uur bij de sluis. Het is een comfortabel windje. We genieten van de weidsheid van het wad. Pas vlak voor de haveningang gaat het zeil naar beneden. Onderweg hapert de CORUS tijdelijk. Vreemd. We benutten de steiger langszij om bakboord af te nemen en de waterlijn wat te reinigen.
De opgang naar het strand is door afslag van de duinen gestremd. Dat negeren we, het gaat net langs het randje zonder dat het water over de schoenen loopt. Wij behoren niet tot de moedige zwemmers. Bij de campsite gaan we weer het strand af en lopen door het bos terug.
Na anderhalve dag afwisselend lezen, wat klussen (onder andere een nieuwe binnenband in de voorband van mijn vouwfiets) en fietsen op het eiland varen we terug naar Makkum. Bij de brug voor de sluis ligt een mosselboot te wachten, er komt een groen licht bij, de twee jachten worden per marifoon aangemoedigd vaart te maken, we varen zo de sluis in! Sneller kan niet. Pas in de kom voor Seabell strijken we het grootzeil.
Hans probeert op dinsdag de verwarming aan de praat te krijgen met de aanwijzingen van de monteur (met sleutel tikken om de fan los te krijgen). Maar het helpt niet. Op woensdag brengen we het apparaat naar Heerenveen.
Donderdag zeilen we door het ZO-puntje van het Windpark Fryslân naar Medemblik. Daar behandelen we de stuurboordzijde van Bellefleur. We luisteren rond acht uur naar de toespraak van Marcel Möring in de Nieuwe kerk (erg indrukwekkend) en de Dodenherdenking op de Dam.
De volgende dag doen we over 10 mijlen naar Stavoren vier uren, meest dobberen voor de wind. Door dreigende voorspellingen blijft de spinnaker in de zak. We meren af in de oude haven.
Op zaterdag is er nog steeds niet veel wind. Rustig zeilen we tot aan het Makkummerdiep en doen de rest tegen de wind in op de motor. We kijken tevreden terug op goede dagen aan boord en plannen thuis meteen de volgende periode aan boord. Het is niet nodig dat Bellefleur voor de rest van het seizoen uit het water gaat, de aangroei valt mee.
Periode 3 – 25 juni
Voor het eerst laden we thuis onze auto met eigen zonne-elektriciteit. Op donderdag zijn er 9 panelen op het dak gelegd. Vrijdag benutten we om alle verplaatste spullen in de ruimten beneden weer op hun plaats te zetten en de tuin verzorgd achter te laten. Zaterdag halen we de gerepareerde Wallaskkachel op uit Heerenveen. Hans klaart de moeilijke klus van de bevestiging. Hij wringt zich daarbij in lastige bochten in de achterbakskist. Bij de eerste opstart is het nog niet succesvol. We slaan de fok aan voor een tocht naar Terschelling met Wind uit het N 4-5.
We zijn niet de enigen die op zondag om 9 uur bij de Lorentz sluizen zijn. Maar wel de enige die op zeil naar de sluis varen. Wij gaan als eerste jacht de kleine sluis in. De grote sluis is daarvoor al gevuld met jachten. Alle jachten gaan door één brugopening naar de Waddenzee. Tot voorbij de knik in de Boontjes kruisen we op. Dan worden de slagen zo kort dat ook wij op de motor gaan. Bij de Pollendam gaan we weer onder zeil, zonder opkruisen tot we Griend gepasseerd zijn. We komen mooi uit bij het Schuitengat. Maar dan moeten we al gauw weer op de motor. Tegen de stroom in duurt het aardig lang voor we de haven bereiken. Plenty ruimte aan de steigers. Prachtige tocht, in de zon, windsterkte 3-4. Na thee stappen we op de vouwfietsen bij laag water langs de Waddendijk tot aan de hoogwatervluchtplaats waar we vorig jaar vele kanoeten zagen. Enkele alleengaande lepelaars, bergeenden, scholeksters, tureluurs, wulpen, vele soorten meeuwen, spreeuwen en 1 kluut. Terug aan boord nemen we een pilsje.
Op maandag maken we een fietstocht over wegen die we niet kennen. Eerste stop is bij het duinmeertje van Hee. Ik las dat er orchideeën zouden staan en dat is het geval. Allemaal Gevlekte orchissen in een beperkt gebiedjes. Leuk meertje waar je ook kan zwemmen. Naar boven gelopen bij Arjensdune. Prachtig uitzicht over wadden- en Noordzee. Afsluitdijk, molens op IJsselmeer, Friese kust tot ver naar het oosten, een hoge toren van Leeuwarden goed te zien. Bij de Kooiboschjes en wat oostelijker meerdere velden met talloze gevlekte orchissen gevonden. Vaak in combinatie met wolpluis, koekoeksbloem en ratelaar. Verderop bij een meertje met waterlelie nog zonnedauw aangetroffen. Via West aan Zee door het bos terug gefietst naar de haven. Een zeekaart Oostelijke Waddenzee bij de fietsenverhuurder gekocht. Plannen maken voor tocht naar Lauwersoog.
De wind zit op dinsdag in het N en NO, windkracht 3-4, mogelijk 5. Aan de hand van de uitkomsten van meerdere modellen (de meesten laten 3-4 zien) besluiten we om naar Lauwersoog te gaan. Met nog wat stroom tegen varen we om half twaalf het Schuitengat op. De zee is in het zeegat vrij rustig. We gaan door betonde geulen tot bijna het einde. Aan de wind over bakboord steken we een eind de zee in, richting grote vaargeul. Pas na het overstag gaan maken we vorderingen oostwaarts. Heel lang zien we Vlieland nog liggen. De tocht langs Terschelling duurt vele uren want we hebben stroom tegen. De snelheid door het water is okay en Bellefleur glijdt wel lekker door de golven. Het is aangenaam dat de zon af en toe schijnt. Zonder zon is het fris. Bij Ameland krijgen we stroom mee en tot onze verrassing halen we in één slag de ingang van het Westgat. Daar begint het te schemeren maar gelukkig is het zicht erg goed. Ook hier is het zeegat rustig. We volgen het spoor van de route met afstand tot de lijn en met visuele check van de lichtboeien. De enkele onverlichte boeien zien we soms wel, soms niet. Voor de haveningang strijken we de zeilen. Op de kopsteiger is ruimte en er zijn bolders, daar meren we af om kwart voor 24 uur. Op de dagteller 77,5 mijl. We eten brood met gebakken ei en gaan moe ons bed in.
Woensdagmorgen betalen we bij de automaat het liggeld. Dat blijkt tot donderdag 12 uur te lopen. Dan leggen we Bellefleur in een box als we van anderen horen dat er voldoende water staat. We maken er een rustige dag van. Een wandeling over het haventerrein met bezorgde scholeksters. De kleintjes scharrelen er rond. Ze vrezen ons meer dan de meeuwen, vreemd genoeg. Hans monteert de verwarming opnieuw. En nu is het helemaal goed!
De donderdag staat in het teken van het bezoek aan Roeli. Na het ontbijt varen we naar jachthaven Noordergat (N.B. marifoonkanaal 64 voor brug en sluis). We ontmoeten Annie Kielstra van de Greyhound. Achteraf realiseert Hans zich dat ze gisteravond aankwam bij de buitenhaven. Ze was even naar Peterhead geweest, terug in een tocht, heen met tussenstop in Whitby. We halen herinneringen op aan twee jaar geleden: huisarts bezoek voor wond hand en de gekraagde roodstaart in de giek. We bewonderen Annie’s fitheid! In de buitenhaven stappen we nog even aan boord bij Peter en Juut, ze zijn op weg naar Schier! Dan met zoute haringen naar Roeli. We zitten met hem onder de parasol op het terras. Aan het eind van ons bezoek komt Roelof langs. Fijn hen te spreken en weer op de hoogte te zijn.
Op de vouwfietsen ronden we vrijdag het Lauwersmeer, tegen de klok in. We zijn aangenaam verrast door de natuur in de Bantspolder en de Punt van Bant. Kieviten, tureluurs, valkjes, leeuweriken in en boven prachtige weilanden met vele orchideeën. We genieten met volle teugen. June kent het kite surf gebied blijkt uit een appje. In Anjum smaakt koffie met appelgebak goed. Lans Oostmahorn naar Esonstad. Daar zien we in de verte een zeearend boven het Friese land. Op enkele plaatsen staat een Corten staal afbeelding van de zeearend om de grootte goed tot je te laten doordringen. We beklimmen meerdere hemelplatformen (bedoeld om naar sterren te kijken) en vogelkijkhutten maar doen geen bijzondere waarnemingen. In Zoutkamp drinken we een biertje. Voldaan keren we terug aan boord.
Hillanje stapt op zaterdag al om 9.15 uur aan boord. Na koffie steken we van wal en zeilen op de fok richting Zoutkamp. Voor de lunch ankeren we voor we de Zoutkamper ril invaren. Even lijkt het erop dat we terug moeten keren wegens ondiep water, maar Hans vindt aan de rode kant van de bebakening voldoende diepte. Leuk de runderen en de paarden langs het water. Toevallig gaat de brug net open en kunnen we zo door. We treffen een prachtig plaatsje aan de dam vlakbij ZK86. Fijn dat we route meest op zeil kunnen doen! Na thee verkennen Hilllanje en Hans Zoutkamp en doe ik boodschappen. We nemen het ervan en drinken bij ZK86 een biertje en dineren er. De garnalenkroketjes, de rode poon en het appel-ijs-nagerecht smaken lekker. Het is de hele dag onbewolkt maar van de hitte (in het zuiden ver boven de 30 graden) hebben we geen last.
De wind is meer uit het zuiden op zondag en dat drijft de temperatuur omhoog. Na bezoek aan het toiletgebouw en koffie steken we van wal. Weer veel op zeil (alleen fok) door de ril naar het Dokkummerdiep. Onderweg lunchen. Thee in jachthaven Lunegat en dan weer naar Lauwersoog. Hillanje neemt even een rustpauze onderdeks. Jeike meldt: derde plaats bij kwart triathlon! Volbracht bij grote hitte. We eten tortilla’s met allerlei. Met z’n drieën rijen we naar het veldje van tante Ali om orchideeën te zien en zwaaien dan Hillanje uit. Wat mooi dit weekend samen! Wij lopen terug naar de jachthaven.
Aan het eind van de morgen varen we naar de buitenhaven. Wandelend pikken we onze fietsen op bij jachthaven Noordergat en fietsen aan de wadzijde van de dijk naar de Bantpolder. We observeren de vogels in het weiland: tureluurs, kieviten, grutto’s, scholeksters, wilde eenden. We zien ook wat jongen. Verderop bij wat zanderige kreken spotten we nog twee kluten. Op tijd slapen, de wekker wordt op 5.15 uur gezet.
Een uur na het opstaan gaan de trossen los. Buiten het havenhoofd hijsen we het grootzeil, de fok rollen we uit. Achter ons komt de veerboot. Eerst vrijwel voor de wind (hoogwater en zien op een bankje toch nog twee zeehonden) en dan steeds hoger aan de wind langs Engelmansplaat en het Rif. Weten het net te bezeilen! Dan weer backstage wind in het Westgat. De zee is verbazend rustig, net wat minder wind en stroom en wind in dezelfde richting. Op de trajecten langs Ameland en Terschelling bijna pal voor de wind met steeds hogere snelheden van 13 naar 23 knopen. Voor het ronden van de Noordergronden zet Hans eerst twee riffen in het grootzeil. Dat lijkt hem op de hoge golven gemakkelijk af te gaan. Op zee westwaarts de stroom mee en in het zeegat de stroom mee naar binnen. Prachtig getimed. Op een klein slagje na weten we het ook de noordpunt van Vlieland te bezeilen. Onze tocht werd door een zeiler vanachter glas bij een strandtent vastgelegd. Actiefoto’s!
Vlak voor de haveningang strijken we de zeilen. Op het log 57 zeemijlen, vaartijd ruim 9 uren. Weer een dag zonder wolken aan de hemel.
Op woensdag vestigt Nederland een nieuw record: er is 33 dagen geen neerslag gevallen. Vlieland was ruim een maand geleden fris groen. Nu zijn delen van de duinen en weilanden geel verdord. Toch spotten we op meerdere locaties orchideeën, vaak ook welriekende nachtorchis: in het vlakke landje ten noorden van de camping, langs het schelpenpad tussen het pad van Twintig en het pad van Dertig, in het weiland bij het Posthuys en nog op drie andere plekken langs de weg. Het is flink trappen tegen de wind in (5, mogelijk 6 Beaufort). Tijdens de maaltijd vraagt een medezeiler of we het leuk vinden foto’s te krijgen die hij vanuit een strandtent gisteren nam. Graag natuurlijk. Zie het resultaat. Met Lasse spreken we af dat wij hem morgenavond in Harlingen van de trein halen.
Vrijdag vertrekken we optimaal om 15.30 uur maar we varen al een uur eerder de haven uit. We proberen op zeil bij de cardinale westboei te komen maar dat lukt niet. Zie de foto van onze slagen.
We geven op en varen met de motor bij tot we stuurboord uit kunnen. We hebben de stroom flink mee. Dan zien we een scheur in de grote genua veroorzaakt door iets bij de onderste zaling. In de slenk maken we weer een paar slagen maar als je de stroom meehebt is dat prima. We merken dat het gebied naast de gele tonnen oostelijk van de bebakende ondiepte steeds ondieper wordt. Tot ons genoegen is het traject langs de Pollendam net bezeild, met meer dan 9 knopen snelheid over de grond racen we naar Harlingen. Daar een kwartiertje wachten voor de brug naar de Noorderhaven. Geen box beschikbaar, dus afgemeerd aan de kade met de glijplanken die de havendienst klaar heeft liggen. We halen de genua eraf en hijsen de fok. De scheur bleef beperkt tot 1 baan. Na het douchen lopen we naar het station. Ieder blij dat Lasse weer aan boord is!
Opstaan, brood halen en ontbijten is afgestemd op 9.25 uur door de brug. Zeer stipte bediening. Op de motor langs de Pollendam en het zuidelijke deel van de Blauwe Slenk. Daarna opkruisen tegen de NW 3 tot waar de Vliestroom westwaarts buigt. We meren om kwart over een al af in de haven van Vlieland. Lasse stapt meteen op een van de vouwfietsen om naar de Vliehors te gaan. Hij treft geen wapperende vlaggen die waarschuwen bij oefeningen. Hij wandelt op de zandvlakte, ziet hagedissen en gaat op de terugweg langs twee vogelkijkhutten. Ziet veel vogels inclusief lepelaars. Bij de borrel vertelt hij over zijn belevenissen. De maaltijd is natuurlijk het bekende eerstedags-pasta-recept!
Op zaterdagmorgen laten we Vlieland alweer achter ons. We kruisen met weinig wind het zeegat uit. Dan met ongeveer halve wind langs Vlieland en vanaf de Eierlandsche Gronden pal voor de wind. In die regio ongeveer anderhalf uur de motor bij. Voor het Molengat zijn we weer onder zeil. Het water is er erg rustig, flinke diepte! We hebben de stroom nauwelijks tegen gezien, kortom heel goed vaarplan. Grote stroomprofielen in het Marsdiep en vlot naar Oudeschild. Daar vlot lekkere wraps gegeten. Na de maaltijd loopt Lasse met mij naar de plas net binnen de dijk, ten N van de haven. Het wemelt er van de vogels, heel veel jongen. Gespot: kluten, tureluurs, steenlopers, kokmeeuwen, visdiefjes, bergeenden, wilde eend. We maken plannen voor de volgende dag: is het mogelijk Lasse in Enkhuizen op de trein te zetten? Helaas zit dat er niet in, te weinig wind en uit de verkeerde hoek. Dus gaat het Den Helder worden.
Met dat plan is het een rustige zondagmorgen. Na ontbijt en koffie hijst Lasse Hans de mast in tot de tweede zaling. Hans verzorgt de tape rond de zalinguiteinden en repareert het stoomlicht. Succesvolle actie! Dan wandelen we naar de Texelse visspecialist en genieten van een kibbeling menu. Grote porties vis en friet, klein bakje salade. Weer terug vaart Lasse de boot de haven uit, we zetten snel de zeilen voor de 7 mijlen. Heel comfortabel zeilen. Lasse wint voor de derde dag op rij de Max speed wedstrijd! De havenmeester wijst een box aan. Lasse kijkt naar voetbal in de Grolsch Veste: Italië tegen Nederland. NL verliest met 3-2.
Dan op weg naar het station.
Bij de poort van het Marine terrein krijgt Lasse een lift naar het station aangeboden en daardoor kan hij de trein een half uur vroeger pakken. Wat een mazzel. Wij keren terug en zien de Blaqieres in de haven liggen. Ze nodigen uit voor een drankje. Mooie zeilverhalen!
De windkracht voorspelling is gedurende de nacht bijgesteld van 5 naar 6. Hans manoeuvreert de boot behendig de box uit. We zeilen op de fok en halen snelheden waar Lasse van droomde. De hele route hetzelfde tuig, Max speed 10,4. Mooie tocht!
Bij de sluis varen we achter een gastanker aan, vrij kort wachten voor de brug, mee de grote sluis in. Ik krijg de lijn niet om de bolder. Voorpunt van ons tegen schip en stuurboord achter tegen trap/sluismuur. Balen. Wel vlot geschut! Op eigen plek in Makkum lunch met gebakken ei. Hans brengt de genua naar de Vries sails. Morgen klaar. Tijd voor klusjes! Een van de klusjes is het vastzetten van de index bovenop de mast. Hans regelt met havenmeester Rob dat Rob dat doet met de mastenkraan. Zie foto. Rob krijgt voor elkaar dat het ankerlicht ook gaat branden!
Dinsdag gaan we verder met klusjes. Om 13 uur kan de genua weer worden opgehaald. Hans vult beschadigingen op met plamuur en zet de helft van de spiegel in de was. Ik doe schoonmaakwerk. We eten binnen want het is na vijf weken gaan regenen!
Voor de verandering gaan we woensdag het IJsselmeer op, eerst bestemming Urk. Maar dat wijzigen we later in Enkhuizen. Hans spreekt met Lieuwe af dat ze vrijdag naar Urk komen en we samen daar gaan eten. De genua doet goed dienst. Met ZW 3-4 kruisen we op. Onderweg waait mijn pet af. Omdat die blijft drijven weten we hem weer op te vissen! Om 15 uur meren we met carillonbegeleiding af in de Compagnieshaven. Bij Joosten koopt Hans betere plamuur voor de afwerklaag en gaat daarmee aan de slag. Het is vrij warm, we eten een bulgursalade. Hans zet de tweede helft van de spiegel in de was.
Met vers brood vertrekken we de volgende morgen naar de Marker Wadden, nadat Hans met complimenten van de Duitse buurvrouw weer de plamuur glad heeft geschuurd. We schutten vlot en hijsen direct na de sluis. We zeilen met een lekker windje uit het ZW naar de Marker Wadden. De havenmeester is volop in touw de boten aan te pakken. We starten het wandelen naar het noorden en lopen het meest noordelijke pad naar het westen. Minder moerasandijvie dan voorheen. Het zaadpluis zit er nog deels op. We horen en zien baardmannetjes, kuifeenden en Casarca’s, vele meeuwen en stern soorten. Overal jonge vogels, prachtig om te zien. Als we stil staan bij een orchidee komt er toevallig een gids van Natuurmonumenten langs. Ze meldt dat dit niet de enige orchidee is, ze duidt meerdere plekken aan waar de gestreepte rietorchis staat en een plaats waar een moeraswespenorchis staat. En dat plantje weten we te vinden!
Na de maaltijd gaan we weer op stap. De dagjesmensen zijn weg, we hebben de wandelpaden bijna voor ons alleen. Nu lopen we meteen westwaarts en lopen over het westelijke strand.
De zon gaat bijna onder als we de haven naderen.
De volgende morgen lopen we nog naar de vogelkijkhut bij een visdiefjes kolonie. Wat een kabaal maken ze. Veel jongen te zien. Er wordt druk gevoerd. Helaas zijn er ook vogelgriep slachtoffers. De beheerders ruimen steeds op en hopen de besmetting zo veel mogelijk te beperken. Baardmannetjes en snorren laten zich wel spotten maar niet goed fotograferen. We zeilen naar de sluis bij Lelystad, redelijk vlot geschut. Dan met een enkele slag naar Urk. Gelukkig blijft de wind meest zo krachtig dat we om half vier afmeren in Urk. We treffen een plaatsje aan de kade. Handig om Lieuwe en Corrie aan boord te laten stappen. Opruimen en douchen lukt net voor vijven. We drinken wat aan boord en gaan dan eten bij Storm. Ze werken met locale producten, hebben net een nieuwe kaart. We eten er met smaak en hebben alle tijd met elkaar te praten.
Op zaterdag zeilen we naar Makkum. Bij de punt van het Vrouwenzand hebben we de wind pal van achteren. De spinnaker gaat er op. We zetten het op de foto en dan draait de wind meteen naar NW en varen we aan de wind naar het Makkummerdiep. Gelukkig werkt de vuilwaterpomp van de Marina. Met schone vuilwatertank meren we af bij Seabell. Daar hebben we een gezellige avond met Peter en Juut. We wisselen tussen de gerechten door van boot. Leuke formule. Juut verzorgde een hoofdgerecht met diverse vissoorten.
Op zondag pakken we de spullen in de auto, Hans schuurt een laatste keer, maar kan het niet aflakken want de harder is hard. Jammer. Na koffie op ’t Looze Viscchertje rijden we naar Enschede.
Drie zonnige weken aan boord. Eerst een koude week, de laatste week flink warm. Slechts een avond een flinke bui. Zeilpakken bijna niet aangehad. We hebben genoten!
Hans werkt in een tussendoor bezoekje de twee beschadigingen af met verf. Wat een kleurverschil tussen de nieuwe lak en de omgeving.
Korte zeilweek van donderdag 10 tot en met dinsdag 15 augustus
De afspraak met Lasse te zeilen is al lang geleden gemaakt. Erg leuk dat June meldt ook graag mee te gaan. We pikken ze op bij station Zwolle. Er komt een periode met mooi weer aan en we zien de bezetting van de Waddenhavens bij elke check op internet oplopen. Het plan naar Vlieland te gaan, moeten we skippen: de haven is vol. We maken een heel ander plan: eerste bestemming Texel. Het schutten bij Kornwerderzand duurt lang: bij de kleine sluis krijgen ze de deur niet meer dicht. De boten die richting IJsselmeer willen moeten achteruit er uit naar de grote kolk. Met eerst toch nog wat tegenstroom kruisen we op naar Texel. Eerst blaast de wind nog redelijk maar na 3/4 van de tocht zetten we de motor bij. Voor we afmeren staat al op waddenhavens.nl dat ook Texel vol is. We vinden nog een plaatsje: als derde schip aan de hoofdsteiger tussen de boxen in. Onderweg hadden we al een maaltijdsalade gegeten. Ronden de dag af met een drankje. Gezellig met z’n vieren!
Bij het ontbijt op vrijdag palaveren we over de tochten voor de komende dagen. Het plan buitenom naar Terschelling valt af. We kiezen voor een oversteekje van Oudeschild naar Den Oever en dan het IJsselmeer op. Op een zandbank zien we vijf zeehonden liggen, op een locatie die voor ons nieuw is. De mosselkwekerijen nemen steeds grotere omvang aan. June en Lasse zoeken verkoeling in het zeewater.
Met meerdere schepen wat wachten voor het schutten. Dan met een lekker windje naar Enkhuizen, afgemeerd in de Compagnieshaven. Onderweg een tafel gereserveerd bij “Bij N.A.P.” aan de oude haven. De smaak van de gerechten was goed, maar de hoeveelheid op het bord te mager om de zeelieden-honger te stillen. Met aanvullend brood, sla en patat en een lekker nagerecht komt het toch nog goed.
Met vers brood naar de Markerwadden. We vertrekken pas als de regen ophoudt, luxe van het binnenwater! In de middag volop tijd om op het hoofdeiland te wandelen. Voor June de eerste kennismaking. Het landschap is heel bijzonder, maar Hans en ik vonden deze fase van de natuur minder boeiend dan in het voorjaar. Er zijn weer Casarca’s, en ook nog een lepelaar.
June moet in de loop van de dag de trein naar Groningen pakken in Lelystad. We zeilen rond de Markerwadden en zoeken een sportboei op om het ronden van de boei te oefenen. Dat gaat June goed af. Ook het bijliggen lukt aardig! June vindt het leuk van alles te ervaren: tocht inplannen, knopen leggen, op de motor varen.
Bij een meerpaal voor de sluis van Lelystad oefenen Lasse en June aanvaren en stil leggen. Maar we kiezen een plek die volgens de kaart voldoende water zou moeten hebben maar het niet had. Dat bederft het plezier in het spelevaren en we meren af in Bataviahaven. Voor June is de bushalte dichtbij en Hans besluit een broek te gaan kopen in Bataviastad Outlet. Lasse probeert goedkoop een spijkerbroek te bemachtigen maar slaagt daar helaas niet in.
Voor de maandag is er weinig weer voorspeld en dat komt uit. De richting is zo dat we na Flevo Marina de spinnaker hijsen. Met het geringe vaartje doen we er lang over naar Stavoren. Tot onze verbazing nog ruimte aan de kade in de Oude haven. Bij de haveningang zien we een vreemde eend die ook een merkwaardig geluid maakt. Na het eten zwemt dezelfde gast weer langs en gaan we op onderzoek uit. We fotograferen de vogel en Obsidentify meldt 100% zeker: Chileense Smient! We zien op waarneming.nl dat wij niet uniek zijn om deze smient te spotten.
Dinsdagmorgen zwemt de smient weer rond en maakt zijn kenmerkende geluid (helaas geen opname). We zeilen met een comfortabele wind uit het ZW naar Makkum. Na lunch en opruimen van de boot, rijden we naar Zwolle en droppen Lasse bij station Zwolle, mooi op tijd voor de trein van 15.50 uur.
We kijken terug op hele prettige dagen met Lasse en June!
Vier dagen aan boord met Frans, 7 tot en met 10 september
Op donderdag pikken we Frans bij zijn huis op en drinken een kopje koffie bij de herinneringsplek Onbevattelijk. Onderweg besluiten we de Marker Wadden als bestemming te nemen. In Makkum maken we Bellefleur snel zeilklaar en lunchen onderweg. Aan het eind van het Makkummerdiep denken we even een zeearend in de lucht te zien maar die verdwijnt naar het noorden. Veel krakeenden en meerkoeten in het kommetje. Het is een comfortabele tocht naar Enkhuizen. Voldoende wind uit het Oosten voor een lekker vaartje en de zon achter het zeil zodat we het niet te warm hebben. Frans zeilt Bellefleur alsof hij het dagelijks doet. We meren op een Bavaria af in de Oude Haven. Frans verwent ons met uitstekende oude kaas en een fles Schelvispekel. Heel toepasselijk en lekker. Na de maaltijd wandelen we door het stadje. Het buurschip heeft de kuip prachtig blauw verlicht. Hoe verzin je het.
Frans heeft goed geslapen in de punt. We vertrekken met voldoende brood naar de Marker Wadden. Vlot geschut. We kruisen op, eerst nog redelijke voortgang maar de wind kakt in. Het is nog warmer dan de dag ervoor, rond de dertig graden.
Voor de haven liggen veel boten voor anker. Wij meren af in een van de boxen in het kommetje. We wandelen aan het eind van de middag naar de grote kijkhut Steltloper. De vegetatie aan de randen van de plassen is aan het verkleuren. De afstand tot de vogels op en bij het water is te groot om soorten te herkennen. Na borrel en maaltijd wandelen we naar de kijkhut Duikeend, waar je onder water kan kijken. We zien erg veel visjes, meerdere soorten, een enkele vis tot wel 15 cm groot. Onderweg horen we een concert van spreeuwen die met heel velen de nacht in het riet doorbrengen. We zien en horen veel baardmannen. Rond zonsondergang zijn we terug bij de haven.
Na een warme nacht staan we vroeg op om voor het oplopen van de temperatuur een langere wandeling te maken. De zon komt prachtig omfloerst op. Na het ontbijt lopen we over het pad met de vele plankieren. Eerst is het wat heiig, dan een tijdje vrij helder en daarna is er zeemist. We staan zo veel stil dat we niet erg opschieten en een andere route doen als eerst gepland. Frans weet een paar vogels goed vast te leggen.
Helaas blijkt er geen goede opname van een baardman bij te zitten. Langs het Noorderstrand lopen we terug naar de haven. Als daar de zon doorbreekt wordt het snel weer erg warm. Terecht dat we vroeg op pad waren. Frans waardeert de Marker Wadden erg. Voor ons de derde keer dit jaar dat we ervan genieten.
Omdat er weinig wind is kiezen we de kortste route naar de thuishaven. Maar het lukt niet om Stavoren zeilend te bereiken. De motor moet een deel van de tijd aan staan. Verbazend hoe verschillend de kleur van het Markermeer en het IJsselmeer is. Boven het water van het IJsselmeer hebben we wat last van mugjes. Gelukkig geen dichte wolken. Er is geen vrije kademuur meer in de Oude Haven, nu als tweede op een motorjacht. Aan boord een biertje en dan uit eten bij de Visserman aan de haven. We krijgen een tafeltje achter het pand, heerlijk in de schaduw met een briesje. Uitstekend! En het eten is ook erg lekker: vooraf een Fries plankje met kaas, vis, vlees, olijfjes, tomaatjes en slablaadjes en als hoofdgerecht kabeljauw met een korstje. Lekker kopje koffie na.
Na een nog warmere nacht komt de zon weer prachtig op.
Grappig dat de Chileense smient zich weer laat horen en zien! Het is een kalm briesje maar op zeil bereiken we de MA3 en stomen op de motor langs de tonnen van de geul naar Seabell. Het was een groot genoegen met Frans aan boord te zijn.
Afronding van het vaarseizoen, 23 september-1 oktober
Na een zeer geslaagde viering van de verjaardagen van Ingebrit en Lasse komen we op zaterdagavond aan bij Bellefleur. In het donker laden we de auto uit en gaan dan snel naar bed. Gezien HW Harlingen om 16.30 uur hebben we zondagmorgen alle tijd gezellig koffie te drinken bij Peter en Juut. Zij gaan hun boot dinsdag naar Enkhuizen zeilen en blijven daar deze winter. Bij de Lorentzsluizen moeten we een schutting wachten maar we zijn alsnog op de beoogde tiijd op het zoute water. We doen het hele traject op de jib, hebben geen spijt van deze keuze. We gaan via de Slenk dat is gezien de omstandigheden het meest aantrekkelijk. Om half acht meren we af in de haven van Terschelling.
Na de koffie lopen we maandagmorgen langs de haven naar het Groene strand en nemen daar het pad naar het Noorden om de Noordsvaarder te gaan verkennen. Mooi zoals de pioniers planten zich vestigen. We lopen vast tegen een kreek, lopen een stukje terug en komen dan op een pad dat doorloopt tot de duinen. We zien achtereenvolgens Parnassia, aardhommel op een composiet, duin doorns met veel bessen, cranberries, bloeiende gaspeldoorn. Heerlijk afwisselend. Bovenop het duin hebben een prachtig uitzicht, eerst naar de Waddenzeekant en dan naar de Noordzee. Het zand is plaatselijk fantastisch wit. De wind heeft hier en daar prachtige kunstwerken in het zand gemaakt. Op een van de Noordergronden banken liggen wel tweehonderd zeehonden. Over het strand lopen we naar paal 6 en klimmen dan weer over het duin en treffen een pad met een herinneringsgedicht en daarna langs een duinmeertje. Bij een wilde appelboom laden we appels in de rugzak. We komen uit bij de Kroonpolders en lopen door het bos naar het dorp. Rond theetijd zijn we terug aan boord. Aan het begin van de avond komen we op de steiger Hans Bult van de Pallas tegen. Bij hen drinken we thee en halen herinneringen op aan de reis naar St. Petersburg, nu alweer 12 jaar geleden. We zijn alle vier blij dat we nog kunnen zeilen. Meerdere Rusland hangers is dat niet meer gegund.
Op dinsdag luisteren we van 10 tot 12 naar het interview dat Jeike live bij Radio Zwolle heeft. Daarna steken we van wal, we gaan weer door de Slenk een uur voor LW West-Terschelling. Een zeehond zwemt ons vlakbij tegemoet. Delen moeten op de motor. Bij de kardinale ton kan er weer gezeild worden en dat gaat goed tot het derde boeien paar in de Boontjes. Zodra dat vaarwater weer voldoende westwaarts buigt gaat het weer op zeil. Voor de sluis een halfuurtje wachten. Dan onder zeil tot in de luwte van de bomen bij de jachthavens. Afgemeerd in de eigen box bij Seabell.
Met Rob spreken we de volgende morgen af dat we op 27 oktober uit het water gaan, klokke 13 uur. We zetten de genua en vertrekken zuidwaarts. Onderweg besluiten we naar Medemblik te gaan. Eerst opkruisen tot bij Workum, vandaar rechtstreeks naar de genoemde bestemming. Tot onze verrassing meerstemmig Wendelin achter ons af. Rien en Thea komen bij ons borrelen. Wat hebben we veel te bespreken. Alle vier zijn we erg blij met de toevallige ontmoeting!
Hans ontdekt donderdagmorgen dat een trapper van zijn fiets kapot is als hij naar van de kapper terug komt. Rien nodigt uit te komen koffie drinken. Leuk op een andere Sentijn binnen te komen. Rien en Thea vertrekken naar Stavoren. Hans weet nieuwe trappers te bemachtigen. Dan fietsen we langs alle Vooroevers langs de IJsselmeerkust naar Wervershoof. Daar wandelen we in een Vooroever project naar de Koopmanspolder, een landschaps-kunstwerk als een draaikolk van een leeglopend bad. Vanaf de dijk lukt het niet dat goed te fotograferen. Op internet staan wel mooie beelden. Dan gaan we per fiets door naar Liederik Egboetswater Park. Daar wandelen we de blauwe route van 3,5 km. Aan de bomen veel nestkasten, vrijwilligers zijn bezig ze te inspecteren en schoon te maken. Onderweg zien we konijnen, een haas, diverse valkjes, een buizerd of andere roofvogel en natuurlijk veel watervogels. Via Oostwoud fietsen we door de polders met veel koolvelden terug naar de boot. Mooie verkenning.
Na het ontbijt gaan we op de genua naar Enkhuizen. Oploevend varen we naar de ingang van het kanaal. Er is nog een box vrij aan de westzijde van de Oude Haven. Tijdens de lunch regent het, de rest van de dag is het droog. Jeike stapt uit de trein van half vijf. Na thee lopen we door het Boerenkwartier. We eten hete bliksem met appelen van onze Gelderse zoete. Heerlijk samen aan boord.
Er staat de volgende dag erg weinig wind. We dobberen rustig noordwaarts, dankzij de spinnaker eerst nog wat vaart.
Later draait de wind en neemt Jeike een duik in het water. Ze houdt Bellefleur aardig bij.
We meren af in de jachthaven van Hindeloopen. Er is een muziekfestival in het stadje. Na het eten wandelen we langs de fontein van de stad.
Op zondagmorgen vertrekken we rond negen uur naar Makkum. Een lekker zeilwindje maakt het een prettig tochtje.
De vuilwatertank legen we de jachthaven van Makkum en de dieseltank vullen we af. Er komt een eind aan het vaarseizoen met prachtige dagen met Jeike. ’s Avonds staat zij weer op tijd op de ijsbaan in Nijmegen.
Uit het water
Tussendoor gaan we een keer naar de boot om zeilen van boord te halen en het uit het water gaan voor te bereiden. Op 27 oktober is het weer redelijk. De aanslag op het onderwaterschip valt ons mee. Het gaat er met spuiten goed af.
We nemen de romp af (bij de boeg kunnen niet alles bereiken) en doen het onderwaterschip met een schuursponsje. We zijn blij een kamer te hebben geboekt bij het hotel …in Makkum aan Zee. We douchen en eten er prima. Snelle service. De volgende morgen leggen we het winterkleed uit. Weer een hele klus die uren langer duurt dan verwacht. Maar over het resultaat om 3 uur ’s middags zijn we tevreden.
Dan is het ondertussen gaan regenen. Lekker naar huis!
Samenvatting seizoen
We hebben ervan genoten aan boord te zijn en tochten te maken naar de Waddeneilanden en naar vele bestemmingen op het Ijsselmeer.
Totaal gevaren: ruim 700 mijlen.
Aantal motoruren: 47